1 Steek het korte uiteinde van de onderlijn van achter naar voren door het haakoog.
2 Leg het korte uiteinde langs aan de achterkant van de haak, er ontstaat een kleine lus.
3 Wikkel het lange einde van de onderlijn, (beginnend vanaf het haakoog) 8 tot 10 keer strak om het korte uiteinde en de haaksteel richting van de haakbocht.
4 Steek het lange uiteinde van de onderlijn van achter naar voren door het oog van de haak.
5 Maak de knoop nat.
6 Trek de knoop met het korte uiteinde stevig dicht.
7 Knip het korte uiteinde af.