1 Steek de lijn door het oog van de vishaak (richting de haakpunt) of wartel en hou ruim draad over.
2 Sla de losse draad zes keer rond de vaste lijn.
3 Steek het losse eind van de lijn, bij het oog, onder de in elkaar gedraaide lijn door(achterlangs), er vormt zich een nieuwe lus.
4 Steek het losse eind van de lijn zes keer door het nieuw gevormde oog. De staande lijn en het losse eind komen op de zelfde plaats uit de knoop.
5 Maak de knoop nat.
6 Trek de knoop rustig aan, afwisselend de vaste en de losse lijn.
7 Knip het uiteinde kortaf.